Lineaire afbeeldingen: Matrices van lineaire afbeeldingen
Basisovergang
Laat een -dimensionale vectorruimte zijn. Eerder hebben we de coördinatisatie van bekeken aan de hand van een basis. Nu bekijken we het verband tussen coördinatisaties aan de hand van twee bases:
Met iedere vector corresponderen nu twee stellen coördinaten: ten opzichte van de basis en ten opzichte van de basis . Het is nu duidelijk hoe het verband is tussen de -coördinaten van en de -coördinaten van : we beginnen met het rijtje -coördinaten, passen daarop de afbeelding toe zodat we op terecht komen, en passen daarop de afbeelding toe die de corresponderende oplevert.
Coördinatentransformatie
Laat en twee bases in een -dimensionale vectorruimte zijn. Dan heet de lineaire afbeelding de coördinatentransformatie van naar .
De coördinatentransformatie kan beschreven worden door een matrix:
Matrix van een coördinatentransformatie
Laat en bases zijn voor een -dimensionale vectorruimte en laat de matrix van de lineaire afbeelding zijn.
Als de -coördinaatvector is van een vector in , dan is de -coördinaatvector van gelijk aan .
De matrix heet de overgangsmatrix van basis naar basis .
- overgangsmatrix
- -coördinaatvector :
We kunnen de basisvectoren van eenvoudig uitdrukken als lineaire combinaties van de basisvectoren van :
We kennen dus de -coördinaten van de vectoren van en daarmee de overgangsmatrix van naar :
De overgangsmatrix is de inverse van deze matrix. We vinden
Hoe bepalen we nu de -coördinaten van de vector ? Van deze vector zijn de -coördinaten . Die zetten we om in -coördinaten met de matrix :
De eerste kolom van zou uit de -coördinaten van de eerste basisvector van moeten bestaan. Die -coördinaten zijn en deze corresponderen met de vector De eerste basisvector van is inderdaad gelijk aan . Ga zelf na dat de tweede kolom bestaat uit de -coördinaten van en de derde kolom uit de -coördinaten van .
Tot slot laten we zien dat inderdaad de -coördinaatvector is van :
omptest.org als je een OMPT examen moet maken.